Hoe bepaalt je brein welke kleur je ziet?
Dit oog he. Dat is dus een van de mooiste zintuigen van het menselijk lichaam, die communicatie tussen oog en brein en is echt fantastisch en daar kan ik echt de hele dag over praten. Ja, daar hebben we niet zoveel tijd voor he prof, dus een beetje kort en bondig graag. Ja ok ja. Kun jij misschien even bij de camera gaan checken dan ja of de instellingen goed zijn voor dit experiment? Oke, ik heb altijd al achter de camera willen werken. Even kijken. Nee joh. Nee, die kleuren zijn echt helemaal raar. Ja, nee, nee, nee. Dat is kapot hoor. Nee, dat hoort bij dit experiment. Dat moet je effe zo laten. Kijk, de bedoeling is dat je door die camera heen naar dit oog gaat staren zometeen. Ongeveer een seconde of tien. Op een gegeven moment zeg ik nu en dan moet je die camera op zwart-wit zetten en niet knipperen ondertussen. Niet knipperen? Nee. Dat is supermoeilijk he. Ja. Je knippert tien tot vijftien keer per minuut, maar het moet lukken. Kom op. Oké, kun je dit ook doen als je thuis kijkt? Ja, thuis kun je meedoen. Ja. Dus staar naar het oog dus, niet knipperen. Ik tel af. 3, 2 ,1 en staren. Ja blijven staren, niet knipperen. Is moeilijk. Heel goed. Hou vol. Bijna, bijna...En...zet maar op zwart-wit nu. Wat zie je? Ik zie nu kleur! Knipper eens met je ogen. Huh, nou zie ik het gewoon zwart-wit. Precies. Experiment geslaagd. Mooi he. Ik laat effe zien hoe dat werkt. Ja graag. Dit is je oog. Hierachter in je oog. Daar zitten lichtgevoelige cellen. Daar zitten kegeltjes en die zijn gevoelig voor kleur. Maar daar heb je dus drie verschillende van: gevoelig voor rood, gevoelig voor groen en gevoelig voor blauw. Oke. Als je nou heel lang naar een bepaalde kleur kijkt dan worden die kegeltjes moe en dan sturen ze eventjes voor een paar seconden de tegenovergestelde kleur naar je hersenen toe. Ah, dus dat is het nabeeldeffect. Precies. En daardoor ben je dus in staat om een zwart-witbeeld zelf in te kleuren. Ja, precies.
Moet je dan altijd naar zo'n anatomisch oog kijken? Nee. Maakt niet uit waar je naar kijkt. Bijvoorbeeld hier. Wat is dat voor een mysterieus wetenschappelijk koffertje?
Gewoon, is m'n broodtrommel. Kom, we gaan hem nog een keer aanzetten ineen gekke kleur. Zo. Ja, we gaan weer staren naar de broodtrommel, niet knipperen. Daar gaan we, 3, 2, 1 en staren. Niet knipperen! Is moeilijk. Ja is lastig. Ja, wij staren nog even. Hou vol. Ja, en dan ga ik hem op zwart-wit zetten. En knipperen. En als het goed is, is de wereld nu weer zwart-wit. Ik vind het zo'n cool experiment. Ik heb er wel een beetje honger van gekregen. Wat zit er in jouw kistje? Kom lekker eten, eten we lekker een zuur harinkje samen. Broodje? Lekker!