Wat doet een stadsbeiaardier?
Dit vind ik altijd zo gezellig. Lopen over de markt met een muziekje erbij. Is het niet eh... De Notenkraker? Ja, toch? Klinkt goed, zeker als het gespeeld wordt op klokken, daarboven in de toren. Dat geeft zo'n lekker sfeertje. Bij de Laurenskerk in Rotterdam hebben ze iets leuks bedacht. Je kunt hier een nummertje aanvragen. Ik dacht: We zijn toch in Rotterdam, laten we Lee Towers doen. Nummer 59 is dat.
Dit is fantastisch! Hij speelt mijn nummer: Lee Towers - You'll Never Walk Alone. Wauw.
De klokken boven in de toren waarop gespeeld wordt, noem je een carillon. Of een beiaard. Een carillon is een van de grootste muziekinstrumenten ter wereld. In Nederland zijn er de meeste carillons ter wereld: 200. Het is dan ook een Nederlands-Belgische uitvinding, ontstaan aan het begin van de 16e eeuw. Kijk, hierboven hangt het carillon. Het wordt bespeeld door Richard. Wauw.
Richard, jij bent de stadsbeiaardier van Rotterdam. Ja. Speel je elk uur die melodietjes? Nee. Dat doet de speeltrommel. Ik zit hier in mijn klokkenhuisje, hoog in de toren. Ja, leuk. Om muziek te maken. Wat voor muziek speel je dan? Van alles. Popmuziek, klassieke muziek, Bach en Beethoven. Muziek, speciaal voor het carillon geschreven. Filmmuziek. Maar ik vind het ook leuk om aan te sluiten bij wat er gebeurt in Nederland. Of wat er gebeurt in Rotterdam. Als het filmfestival is, speel ik filmmuziek. Als Feyenoord kampioen wordt, speel ik Hand in hand, kameraden. Zal ik wat voor je spelen? Ja, heel graag. Je mag kiezen: Johann Sebastian Bach of Harry Potter. Harry Potter natuurlijk. Oke. Komt-ie.
Vind je het niet spannend? Je zit hoog in de toren, maar iedereen in Rotterdam hoort je. Soms vind ik dat wel spannend. Het gekke is dat ik geen idee heb wie luistert, wie het hoort. En niemand ziet dat ik het ben die het doet. Ik zit hier hoog verstopt in de toren. Maar als ik geluid maak, dan hoort iedereen het. Dat geeft veel verantwoordelijkheid. Ik vind het belangrijk, als ik een uur gespeeld heb, dat iedereen op straat iets mee te fluiten heeft.
En Richard, mag ik een keer samen met jou iets spelen? Maar dan moeten we eerst oefenen. Oké. Als ik zelf ga spelen, oefen ik eerst thuis op mijn oefenklavier zonder klokken, tot ik het helemaal goed kan, zonder fouten. Dan pas kom ik op de toren. Anders val je heel Rotterdam lastig. Ja, als ik een fout maak, weet heel Rotterdam: Eva zit in de toren. Oefenen dan maar. Kom!
Dit is het oefenklavier. Hij klinkt wel mooi. Maar we moeten wel met iets komen zo. Ja. Dus jij kan dat nu ook doen. Ja, bijna, bijna. Ja, daar beginnen en dan die en dan die. Het klinkt nog niet zo goed. Nee, verschrikkelijk. Die. O ja. En dan daar. En weer terug. Attentie, Rotterdam! Hier volgt een concert van Eva en Richard! Zo. Ben je er klaar voor? Ja, een beetje zenuwachtig. Oké, 1, 2, 3, 4.
Oh, dit is zo leuk!