Waarom is Willemstad op Curaçao werelderfgoed?
Palmbomen, wit strand. Een blauwe lucht, een nog iets blauwere zee.
Het is best goed uit te houden op dit zonnige eiland.
Ik zeg: Welkom. Of zoals ze hier zeggen: Bon bini op Curaçao.
Kijk nou waar ik ben. De Caribische zee.
Dat ligt vlak boven Zuid-Amerika.
Curaçao ligt in de Caribische zee.
Samen met Aruba en Bonaire vormen ze de ABC-eilanden, een onderdeel van de voormalige Nederlandse Antillen.
Sinds 10 oktober 2010 is Curaçao een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
Ze werken veel samen met Nederland maar hebben een eigen regering, bestuur en wetten.
Als je aan Curaçao denkt, denk je aan duikgebieden, stranden.
Wonderschoon, maar dat is geen werelderfgoed.
Het historische centrum van Willemstad is dat wel.
Het werd in 1997 op de lijst van werelderfgoederen van UNESCO geplaatst.
Door een mix van architectuurstijlen is dit een uniek voorbeeld van een Europese kolonie in het Caribische gebied.
De huizen, gebouwen, monumenten die je ziet, vertellen belangrijke verhalen.
En zo ziet die wijken er op de kaart uit.
Punda, daar, heeft een Europees stratenplan met geordende straten.
Heel rechtlijnig.
Otrabanda, aan de andere kant waar ik nu zit, is een stuk rommeliger.
De straten en wegen lopen heel kronkelig.
Dan heb je nog Scharloo en Pietermaai.
Toen ontdekkingsreizigers uit Spanje en Portugal verre landen in bezit namen, dachten de Nederlanders: dat kunnen wij ook.
Ze begonnen aan een ontdekkingsreis over de hele wereld.
Ze gingen naar Nederlands-Indië.
En ze gingen naar Suriname en de Nederlandse Antillen.
En daar stichtten ze koloniën.
Curaçao was in handen van de Spanjaarden.
Maar in de 16e eeuw namen de Nederlanders het gezag over.
Zo werd deze plek Nederlands.
De Nederlandse West-Indische compagnie stichtte in deze Sint Annabaai in 1634 een handelspost.
Vanuit hier gingen de rijke Nederlanders handel drijven.
Ze bouwden huizen en zo ontstond dit gebied.
Schepen met grondstoffen kwamen hier binnen.
De stad is vernoemd naar de stadhouder uit die tijd: Willem II van Oranje.
Willemstad.
Dit is de Handelskade. Die gebouwen waren de pakhuizen om producten in op te slaan. Dit is Fort Amsterdam. Hier zat het hoofdkantoor van de West-Indische compagnie.
Dit gebouw staat hier al bijna 400 jaar.
In die tijd begonnen Nederlanders plantages in het Caribisch gebied.
In suikerriet, katoen en tabak.
Maar op de eilanden woonden te weinig mensen.
Er waren geen arbeiders voor het zware werk.
De Nederlanders haalden veel slaven uit West-Afrika naar Curaçao.
Het leven op de schepen en plantages was verschrikkelijk.
Slaven kregen niks betaald voor hun werk.
Ze waren eigendom van de plantagehouders.
Willemstad groeide vanaf 1660 snel uit tot het centrum van de slavenhandel in het Caribisch gebied.
Destijds was het hier de grootste slavenmarkt ter wereld.
Rond 1850 is de slavernij afgeschaft.
Veel mensen verlieten de plantages en sommigen zijn op Curaçao blijven wonen.
Ter nagedachtenis aan die slavernijperiode zijn er een aantal monumenten.
Bijvoorbeeld deze.
In het midden zie je slaaf Tula.
Hij kwam tijdens de slavernij in opstand en vocht voor de vrijheid van de slaven.
Zelf overleefde Tula de slavenopstand niet.
Op 3 oktober 1795 werd hij terechtgesteld, gemarteld en gedood.
Zijn lichaam werd hier in zee gegooid.
Als leider van de slavenopstand staat Tula hier symbool voor vechten voor vrijheid.
De wijken van Willemstad zijn één van de tien werelderfgoederen die we in Nederland kennen.
Op sommige daarvan kun je niet wonen.
Zoals de Van Nellefabriek, het Woudagemaal of het Rietveld-Schroderhuis.
Andere plekken zijn wel bewoond.
Zoals de Kinderdijk, de grachtengordel van Amsterdam en Willemstad.
Alex woont in zo'n huis. Hoe is dat?
Heel bijzonder. Want in Nederland zijn de huizen van bakstenen gemaakt en is alles dezelfde kleur.
Hier op Curaçao heb je echt alle kleuren.
Doen de mensen er alles aan om die kleuren te behouden?
Elk jaar knappen ze het huis op, geven ze hem een kleurtje en van binnen netjes inrichten.
Nou, dit is de woonkamer. Mooi.
Hoe oud is het huis? Het huis is rond 1900 gebouwd.
Echt een flinke tijd dus. Ja.
Daar zit ik.
Het valt me meteen op dat deze hal, deze ruimte ook een kleurtje heeft.
Ja, inderdaad. De keuken, ik zie weer een andere kleur.
Ja, alle ruimtes hebben een andere kleur in dit huis.
Zoals je kunt zien, komt er een zout uit de muren.
Er komt zout uit de muren? Waarom is dat?
Omdat de muren van koraal zijn gemaakt. En in het koraal zit zout. Dat moet eruit. Badkamertje. Ja. Weer een ander kleurtje.
Heb jij dit gedaan? Ja, in de grote vakantie.
Jij bent wel van het schilderen. Ja.
Dit is mijn slaapkamer. Dit is een ruime kamer.
Zo'n klassiek huis met een heel hoog plafond. Ja. Het is overal in het huis heel hoog.
Elke ruimte heeft zijn eigen dak. Dus je hebt niet een dak maar verschillende daken.
Ja. O, ja. Puntdaken.
Wat bijzonder aan dit huis. Ja.
Zoals je kunt zien hier, zie je dat het allemaal koraal is. O ja. Hier.
Mag ik dit eh... Ja, tuurlijk.
Het zit een beetje los. Ik zie het, het komt echt uit de zee. Ja.
Dit zit in het huis. Inderdaad. Alle muren zijn zo gemaakt.
Hier zit zout in en dat komt er soms uit. Ja.
En dan moet je het om de paar jaar pleisteren. En weer schilderen.
Dat ga jij ook nog doen? Ja. Ooit. Ooit. Okee.
Ooit waren de huizen hier wit.
In 1817 was er een gouverneur die last had van zijn ogen doordat het zonlicht weerkaatste in het wit.
Toen zei een arts tegen hem: Je moet alle huizen in de binnenstad een andere kleur geven.
Vanaf dat moment mochten de eigenaren zelf bepalen welke kleur hun huis kreeg. Hadden we dit in Nederland maar. Hartstikke vrolijk. Tof.
Dat daar is Punda, een historische wijk in de binnenstad.
Je ziet overeenkomsten met de grachtenpanden van Amsterdam.
Kijk maar naar de versieringen en die voorgevels.
Maar door al die kleuren is dit typisch dushi Korsou, prachtig Curaçao.
Pietermaai, onderdeel van het werelderfgoed in Willemstad.
De huizen waren wat vervallen maar daar komt langzaam verandering in.
Kronkelende wegen, smalle steegjes, het is duidelijk dat ik aan de overkant ben, in Otrabanda.
Ook werelderfgoed. En dit is Scharloo. De vierde werelderfgoedwijk.
Hier woonden vroeger de rijke mensen. De handelaren, kooplieden.
Nu staan er veel van deze huizen leeg of zijn het kantoorgebouwen geworden.
Hier omheen wonen andere mensen, ook in gekleurde huizen.
De haven heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Curaçao.
Alle huizen, pakhuizen, werven vind je terug in het werelderfgoed.
Die haven is nog steeds belangrijk voor Curaçao.
Het is een komen en gaan van schepen. Ook cruiseschepen.
De vier wijken van het werelderfgoed zijn oud maar wel erg levendig.
Dit is de drijvende markt. Hierachter liggen bootjes uit Venezuela vol met fruit.
Ja, nog iets bijzonders van het werelderfgoed: Dit is de Koningin Emmabrug.
Dit is de enige drijvende houten draaibrug ter wereld.
De brug drijft op pontjes. Het wordt ook wel de pontjesbrug genoemd.
De brug opzij, de boot kan er doorheen.
Door de eeuwen heen zijn er verschillende bevolkingsgroepen op Curaçao terechtgekomen.
Nu wonen er Indianen, Afrikanen, Europeanen, joden, Aziaten.
Ze leven samen. Het mooie is dat er hier meer dan 80 verschillende nationaliteiten zijn. Die smeltkroes is het bewijs van het koloniale verleden.
Daarom is Willemstad werelderfgoed.
Curaçao is misschien een klein puntje op de wereldkaart, maar deze plek heeft iets wat belangrijk is voor de hele wereld:
Veel gebouwen in Willemstad en die prachtige mix van mensen en culturen die vertellen iets over het koloniale verleden en de slavernij.
Daarom is Willemstad terecht werelderfgoed. Prachtig.
En nu weer terug naar Nederland.