De das als beschermde diersoort
De das is een beschermde diersoort in
Nederland. Maar gaat het goed met de das? Dat kunnen we hier in het Landschap Museum in Beek Ubbergen goed laten zien. Op deze kaart kan je goed zien waar in Nederland de dassenburchten zitten en honderd jaar geleden waren deze bewoond. Dat waren twaalfduizend dassen, maar door jacht en een verslechterd leefgebied zag dat er tachtig jaar later zo uit
met nog maar een tiende van de dassen. twaalfhonderd hier in plukjes in Nederland. Toen men erachter kwam, zijn de dassen uitgeroepen tot een beschermde diersoort en inmiddels is de dassenpopulatie gestegen naar zesduizend. Hoe dat kan? Door de dieren te beschermen en door zuinig te zijn op het landschap waar de dassen het fijn vinden. Dat zijn hogere gebieden in Nederland. Dus de Veluwe, Oost-Brabant en hier in Limburg. Er zijn niet heel veel das-vriendelijke gebieden in Nederland en ze liggen soms best wel ver uit elkaar. Daarom gaan dassen regelmatig zwerven om
voedsel te zoeken of om een nieuwe burcht te vinden. En dan gebeuren er ongelukken. Elk jaar verongelukken er zo'n vijftienhonderd dassen en de weesjes van verongelukte moeders, Die kunnen hier opgevangen worden. We gaan de kelder in. Hey hey, hallo Thirza, Wie heb je daar? Ja, dit zijn onze dasjes. Ze heten Britt en Kim. Britt en Kim. Wat schattig En hoe oud zijn ze? Ze zijn ongeveer tien tot twaalf weken oud nu. Ja, en hoe komen ze hier terecht? Nou, van Kim bijvoorbeeld, Die is gevonden door iemand die aan het wandelen was door het bos en ze lag langs de weg
door een bos heen en ze lag daar bewegingloos en onderkoeld. En die wandelaar, die heeft stichting Das en Boom gebeld en via de dierenambulance is ze uiteindelijk hier terecht gekomen. Nou, we gaan vandaag eerst eventjes de dasjes wegen, want we willen graag weten of ze voldoende eten. Als ze goed aankomen in gewicht. Gisteren was het zeventwintighonderd. Kijk eens aan. En daarna gaan we de bakken schoonmaken. Ik zal het voor je vasthouden. Een beetje gras en netels en dan gaan we zo het eten en drinken voor ze maken. Twaalf beestjes hebben we. En dan gaan we eens kijken of ze misschien al zin hebben om te eten. Echt heel erg smakken. Ja, ze smakken heel erg, dus zijn heel erg lekker aan het eten. Nou ja, ja ja en waar gaan ze nu eigenlijk heen? Hoe groeien ze op? Nou, we gaan ze over een paar dagen verhuizen naar een
andere kelder hier in het gebouw. Daar hebben ze veel meer bewegingsruimte. Daarna gaan ze achter op ons terrein naar een verwilder-ren. En daarna. Dat zal in september zijn, oktober. Dan gaan we ze in het wild uitzetten, waar ze dan zelf eten kunnen gaan zoeken en we ze nog wel een beetje helpen met af en toe voeren tot niet meer nodig is. Welterusten!