Fruit op Tafel
Minsommen tot en met tien
Vandaag oefenen we minsommen met kiwi’s, aardbeien, appels, bessen en druiven. Zijn jullie klaar? Rekenen maar!
In de supermarkt liggen 6 kiwi’s. Drie springen er in een winkelmandje. Hoeveel zijn er dan over? Dat zijn er 6, 5, 4, 3. Zes kiwi’s min drie is drie kiwi’s. 6 – 3 = 3.
Op naar de aardbeien! Er liggen 7 aardbeien in het schap. Twee gaan er in een winkelmandje. Hoeveel zijn er dan over? 7, 6, 5. Zeven aardbeien min twee is 5 aardbeien. 7 – 2 = 5.
Kijk, een setje sappige appels. Het zijn er 8. Eéntje wordt verkocht. Hoeveel zijn er nog over? 8, 7. Nog 7 appels.
Acht appels min 1 is 7 appels. 8 - 1 = 7.
Hier hebben we 9 blauwe bessen. 6 bessen springen in het winkelmandje. Hoeveel zijn er dan nog over? 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3. Dat zijn er drie. Negen bessen min zes is drie bessen. 9 – 6 = 3.
Hier hebben we tien druiven.
Hoeveel houden we er over als er 9 in het winkelmandje springen? 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1. Nu is er nog maar één! Tien druiven min 9 is 1 druif. 10 – 9 = 1.
Dat waren ze weer! Goed gedaan hoor, fruitjes! Top!